Donderdag was een rijdag. Ongeveer 570km van Mataranka tot Tennant Creek.
Rijden is hier makkelijk en moeilijk tegelijk. Makkelijk omdat het heel kalm is (ook al is dit de enige asfaltbaan tussen noord en zuiden, er lijkt bijna niemand te rijden) en de weg gewoon rechttoe rechtaan is. Geen talloze op- of afritten (gewoon een rode zandweg hier en daar), geen drukke wegrestaurants (sporadisch een dorp van twee huizen). Gewoon de cruise control opzetten en bollen maar.
Anderzijds is het soms moeilijk omdat het zo saai kan zijn. *gaap*
Gelukkig is er het landschap om te bewonderen! Eindeloos links en rechts, tot aan de horizon geen spoor van menselijke activiteit. De bomen werden kleiner en kleiner, het gras bruiner en bruiner, de grond roder en roder. Heel bijzonder om dat zo te zien veranderen!
De kaarsrechte weg had een blauwe schijn in de verte en daardoor leek die recht in de blauwe lucht te verdwijnen. Mooie illusie!
We stopten hier en daar om de benen te strekken of een ijsje te scoren.
Uiteindelijk waren we iets later dan gepland in Tennant Creek en de receptie van de camping was al gesloten. Ik had gereserveerd, maar niet betaald en maar goed ook, want we kregen dus niemand van de receptie te pakken.
De poorten waren gesloten en een code hadden we niet. Er hing een telefoonnummer voor 'na de uren' maar dan kwamen we uit op een antwoordapparaat. Nuttig!
Een beetje verderop was een andere camping dus reden we op goed geluk daarheen.
Hun receptie was nog open en zelfs nog beter, we konden twee powered sites naast mekaar boeken. Dat kwam dus toch allemaal in orde!
(niet dat we de elektriciteit per se nodig hebben, maar dat we dan de airconditioning binnen kunnen gebruiken, is zeer handig!!)
Vandaag, vrijdag, begon de dag met regen dus wij waren al tevreden dat de temperatuur weer even wat zakte. 's Avonds laat hadden we nog was laten draaien en buiten opgehangen en ondanks het gedruppel was het 's morgens allemaal droog. Om maar duidelijk te maken hoe de hitte hier 's nachts blijft hangen!
Meteen na ons ontbijt reden we naar het Nyinkka Nyunyu Cultural Centre.
Dat is een cultureel aboriginal centrum en ik had er een tour geboekt met een gids. De man (half-half en heel trots op zijn aboriginal origine en een jaar of zestig oud denken we) was aanvankelijk nogal zenuwachtig, maar ontdooide snel toen hij merkte hoe enthousiast we waren. Hij wist dan ook ontzettend veel te vertellen over de lokale geschiedenis, de plaatselijke fauna en flora en gebruiken van zijn stam. Hij deed ook rondleidingen voor scholen, maar de kinderen waren niet altijd ge-interesseerd zei hij. Misschien dat hij daarom zo blij was met ons, witte, maar oplettende toeristen. :-)
Daarna reden we nog naar een museum over de vroegere mijnen. Tennant Creek is ontstaan door de vondst van goud en andere mineralen. De mijnen zijn nu dicht, maar er zijn wat mensen blijven plakken en de spullen van de mijnen liggen nu in een museum.
Het was er groter dan verwacht en we konden niet alles bekijken, want we hadden nog wat kilometers voor de boeg.
Ongeveer honderd kilometer zuidwaarts stopten we bij de Devil's Marbles.
Dat zijn granieten stenen die door erosie als bollen op het landschap liggen. Heel bijzonder!!
Ik dacht dat het maar een paar steentjes zouden zijn, maar het was best een heel gebied! We aten er boterhammetjes en hadden er zelfs wifi - wat een ongekende luxe (nu zit ik hier weer data te snoepen van iemand anders - lol). Het was snikheet en ik zag het niet zo goed zitten om veel te wandelen, maar we hadden geluk en het begon weer te regenen. Chance! :-)
We trokken talloze foto's naast, voor en tussen de stenen. Het was een heel speciaal landschap! Een deel mocht niet gefotografeerd worden omdat het heilig was voor de aboriginals. (zoals de rotstekeningen, sommige daarvan mochten niet op beeld). Er was een wandeling met een uitkijkpunt en die liep echt over de rotsen heen, dat was tof om te doen!
Daarna trokken we weer op pad, want we hadden nog wat meer kilometers te doen.
Deze keer met 'tankstress'! Tot nu toe was er toch om de 40-50km een tankstation, maar nu bleef dat maar duren en duren en de 'blokjes' op mijn dashboard verdwenen een voor een. Iek!!
Uiteindelijk vonden we toch een roadhouse met een 'tankstation'. Drie dingen om te tanken onder een golfplaten dak. lol!
Er was een cafe en een winkeltje. Dat winkeltje was al dicht, dus ging ik in het cafe vragen of we konden tanken en toen moesten ze iemand optrommelen, want ze wisten precies zelf niet hoe het werkte. Haha! De dame die kwam, zei dat de pomp moest werken, maar dat bleek niet het geval, dus moest er nog iemand anders opgetrommeld te worden. Een heel gedoe, haha.
Om te betalen moesten we maar een foto trekken van de cijfertjes en dat binnen laten zien.
Outback tanken!
Dan maar snel doorrijden, want we waren er nog niet.
Onderweg stonden er regelmatig koeien langs de kant van de weg. Er staan regelmatig borden om te waarschuwen voor vee, want er zijn geen omheiningen langs de kant van de weg.
Liever koeien dan kangoeroes! De zon ging onder en de hemel was prachtig om te zien, maar ik werd er wel zenuwachtig van. Ik wilde niet nog een deuk in de wagen!
We zijn hier zonder problemen geraakt. :-)
We kamperen hier nu bij een typisch roadhouse. Ik had niet geboekt, maar het was allemaal geen probleem. "Ginder is het veld en ga daar maar staan."
Er was zelfs nog eten (een klein buffet) waar we nog net op tijd voor konden aanschuiven. Chance!! De kinderen mochten gratis eten, wat grappig is, want die mannen eten meer dan wij. :-)
Intussen hebben we bijna 2000 kilometer gereden en morgen komen we door Alice Springs - ongeveer in het midden van het land!
vrijdag 7 oktober 2022
rijden maar
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten