donderdag 4 oktober 2018

op wandel


Vandaag stond er een rit naar de outback op het programma met twee ‘attracties’ om onderweg te doen.
Onze eerste stop was bij mount Hypipamee (alleen al voor de naam zou je er even moeten stoppen). Hier deden we twee heel korte wandelingen.
De eerste liep langs het water met enkele watervallen, namelijk de Barron rivier. Die hadden we een keer overgestoken met de skyrail toen die al groot en machtig was, maar hier was het nog een bescheiden stroompje.

Het was een leuke wandelweg langs het water met zicht op enkele kleine watervallen.




Daarna sloot de weg aan bij een kortere wandeling naar een krater. Deze krater was ontstaan door een gasexplosie bij een vulkaanuitbarsting en was nu gevuld met groen water. Hier konden we ook met een beetje volume een echo van onszelf horen en hoewel de kinderen enthousiast keer op keer ‘Echo!” gilden, duurden het toch even voor ze begrepen waar het eigenlijk over ging.

We aten er ter plaatse onze picknick op en hoewel er overal borden stonden om geen beestjes te voederen, was er duidelijk een lokale bush turkey die hier anders over dacht en de hele tijd toertjes rond en onder onze tafel liep. Toen hij opdringerig naast Jonathan kwam zitten, heb ik het beest toch maar weggejaagd.

De volgende stop was bij de Millstream Falls.
De weg erheen was redelijk eentonig. Droge, rode grond, veel struikgewas, dunne boompjes en vooral ontzettend veel en heel erg grote termietenheuvels.
De baan naar de watervallen bleek dan nog eens off road te zijn, dus dat moesten we dan weeral illegaal gaan doen met onze huurwagen.





De millstream falls liggen dus redelijk onbereikbaar en ongezellig, maar je moet er wel heen, want het is ‘the widest single drop waterfall’ van heel Australia. Zo is alles natuurlijk bijzonder.
Het was wel mooi hoor, daar niet van.
We deden er nog een tweede wandeling, in het gebied waar vroeger soldaten van wereld oorlog II zaten, maar van alle wandelingen die we nu de afgelopen maanden al gedaan hebben, was dit toch de minst interessante.





Vervolgens was het nog twee uur rijden tot onze eindbestemming. We zetten een DVDtje op voor de mannen zodat ze even stil waren en reden verder de outback in.
Overal stonden borden dat we moesten opletten voor road trains en dat die wel 50m lang konden zijn, maar we kwamen ze niet tegen. Rond Adelaide zie je ook regelmatig road trains, maar meer dan drie trailers hebben die nooit. Het lijkt me dus wel spectaculair om te zien, maar voorlopig geen geluk.

Wat we onderweg wel tegenkwamen: een springende wallaby op de baan en een rustig overstekende koe… Als je aan verkeersborden in Australia denkt, zie je altijd zo’n oranje ruit met een kangoeroe, koala, wombat, of zoiets, maar hier staan dus ook veel van die oranje borden met een koe en een schaap en inderdaad – we moesten afremmen voor een overstekende koe.
Zo zie je maar, ze hebben hier alle soorten beesten op de weg.

Nu zijn we in Undara Park. We blijven hier een nacht (onder een weeral prachtige sterrenhemel!) morgen doen we een rondleiding in lavagrotten en dan rijden we weer terug naar de kust.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten