En ’s
morgens bleek Joachim zijn bed doorweekt te zijn doordat een paar grote bladeren
die tegen zijn vliegenraam zaten, het water naar binnen hadden geloodst. Doh!
De kinderen zeiden doodleuk dat we dit hadden moeten weten, want tenslotte waren we in een REGENwoud.
We waren
net bezig de boel te redden toen ik vanuit mijn ooghoek een hoop kampeerders
stokstijf stil zag staan met hun fototoestel in de aanslag. De kasuaris was
terug! Met zijn kuiken!!
We gingen
lekker uitgebreid ontbijten in het restaurantje van de camping en met een buik
vol spek, eieren, toast en chocomelk trokken we verder op pad. Vandaag stond
een stukje daintree op het programma, een unieke streek waar het regenwoud aan
het grote rif in de oceaan grenst.
Onderweg
naar het discovery centre zagen we nog een kasuaris de weg oversteken!
Eerst deden
we een korte wandeling door het woud en yes – ook daar weer een kasuaris
gezien! Verder nog een hoop vogels, kevers en vlinders. Van die grote blauwe. Een
wilde python zien staat hier nog hoog op de verlanglijst van Jonathan, maar
daar voorlopig geen geluk.
Daarna
stopten we aan het discovery centre waar je ook kunt wandelen (wel betalend dan)
op een toren kunt klauteren en intussen naar een audiogids luisteren. Er was
een speciale gids voor kinderen en Jonathan en Benjamin hebben braaf alle
nummertjes gezocht en beluisterd.
Er was
ontzettend veel te leren over het regenwoud en ik moet erkennen dat mijn kennis
van bomen en planten redelijk bedroevend is. In mijn ogen is dat gewoon een
groene zee, maar er zijn dus onvoorstelbaar veel verschillende bomen zelfs op
zo’n klein stukje woud. Ze groeien niet alleen naast, maar ook op mekaar. Er
zijn talloze vruchten te vinden, alleen is 80% giftig voor mensen. Bij de
audiogids kon je ook naar info van de Aboriginals luisteren en die wisten
dikwijls wel wat te doen met al die vruchten. Voor hun leek het regenwoud meer
een op een supermarkt compleet met apotheekafdeling.
Een klein
deel van de wandeling was gewijd aan dino’s. Ze gaan er immers prat op dat de
Daintree het oudste regenwoud ter wereld is (onze gids van het woud van Cairns
heeft dit trouwens formeel tegengesproken, dus ik weet niet of deze info
betrouwbaar is of niet) en dus leken een paar nepdino’s er wel op hun plaats.
Joachim was aanvankelijk wild enthousiast, maar moest toch even slikken toen
hij de op maat gemaakte bewegende dino’s langs het pad zag staan… Gelukkig
ontdekte hij al gauw dat ze misschien wel hun kop en staart konden bewegen,
maar nooit hun poten en dus was er geen gevaar om opgegeten te worden.
Vervolgens
zat de dag er alweer bijna op…
We reden
een stuk terug dezelfde weg (weer met de veerboot!) en verblijven nu niet op
een camping, maar in een soort rest area. Het lijkt heel erg op een camping,
alleen zijn er geen genummerde staanplaatsen en geen warme douche (maar we
hebben er zelf een dus dat maakt niet zoveel uit). Wouter heeft nog een keer
zelf een volledige maaltijd in de campervan gekookt met als gevolg dat de
rookmelder continu ging piepen, haha.
Morgen
natuurlijk weer verder op pad, deze keer meer het binnenland in!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten