's Morgens druppelde het nog een beetje, maar niks dramatisch en de rest van de dag hield het weer zich goed.
Onze eerste halte was het Butterfly House. Een klein park met - verrassing! - vlinders en ook een collectie - verrassing! - dino's. Er was zelfs een doolhof om te doen, dus voor kinderen kun je het al niet veel beter vinden.
We gingen als eerste eens naar de vlindertuin kijken en nog voor we binnen geraakten, was daar ineens een reuzegrote fee. Een jongedame had zichzelf in een roos gevleugeld pakje gewurmd en zwaaide enthousiast met een toverstafje. "Hello guys, I am Flutterby! (what's in a name) Who are you?"
De dame van het animatieteam wilde graag kennismaken met onze kinderen, maar ze keken haar aan alsof ze drie hoofden had. Na een por in de ribben zei Benjamin dan toch maar zijn naam en daarop begon de jongedame een hele uitleg dat ze haar elfjes kwijt was en met de vraag of de kinderen wilden helpen zoeken. Het was verspilde moeite, want er was nul reactie.
Of toch, toen de jongedame verder huppelde, draaide Joachim zich naar me om en vroeg hij met een frons: "Waarom moest die onze naam weten??"
Hahaha!!
Vlinders kijken dan maar! Er was een jonge gast die uitleg gaf (in gewone kledij) en we hadden ook een foldertje met foto's en zo konden we vlinders spotten.
Wouter vond ook een rare spin die vier poten leek te hebben en ergens tussen de bosjes vonden we ook de verloren gevlogen elfjes, maar niemand ging Flutterby op de hoogte brengen.
We kwamen haar nog wel een keer tegen! Zwaaiend met haar toverstafje. "I forgot to ask you guys, do you want to make a wish?"
"No!" zei Jonathan zo snel dat het genant was.
Flutterby droop weer af en Jonathan haalde zijn schouders op. "Zo'n wens komt toch niet uit."
Ze zijn niet gemakkelijk te entertainen hoor, ons mannen!
Nadat we alle vlinders gezien hadden, deden we een wandeling door de dinotuin. Ze hadden een paar bewegende dino's staan en die zagen er zeker niet slecht uit. Na enkele leuke foto's was het dan tijd voor een dinoshow.
De show was kort, maar best aangenaam. Het was een verhaaltje over twee trainers (eentje van hen leek verdacht veel op Flutterby) en twee dino's (sukkelaars in een dinopak). De dino's hadden trucjes geleerd, maar ze waren natuurlijk wat weerspannig. En ook al wist Joachim 'heel erg zeker' dat de dino's niet echt waren, toch was het een beetje spannend. :-)
Daarna deden we nog het doolhof. Ook al stond er een groot bord 'niet rennen' aan de ingang, de jongens spurtten er met een schrikwekkend hoog tempo doorheen.
Dan was het middag en hadden we eigenlijk alles wel gezien. Terug op pad dus!
We volgden verder de Pacific Highway en ik moet zeggen dat het doorgaans een heel gemakkelijke weg is om op te rijden. Twee rijstroken elke richting, een brede middenberm, weinig verkeer dus de cruise control kan rustig op. Heel erg handig!
Kort na de middag hielden we een picknick in een parkje in Port Macquarie. Daar was het volgende dat ik graag wilde bezoeken, namelijk een koalahospitaal.
Een uniek ziekenhuis, speciaal voor koala's. Ze hebben een nummer dat je dag en nacht kunt bellen als je een koala vindt in nood. Ze zullen het beestje verzorgen en zo mogelijk nadien terug vrijlaten in het wild. Ze hebben een intensive care unit en alles. Er stond een groot patientenbord aan de ingang en daar kon je dan zien wie zich waar bevond en wat het probleem was. Heel veel beestjes met chlamydia en ook heel veel beestjes met brandwonden.
Je kon natuurlijk niet alles en iedereen zien, maar er waren toch veel koala's die je wel kon bewonderen, zoals de koala's die niet meer terug konden. Andere werden juist helemaal afgeschermd omdat ze op het punt stonden uitgezet te worden en dan hadden ze best zo weinig mogelijk contact met mensen.
Sommige koala's waren niet ziek, maar hadden - door de bosbranden - geen leefgebied meer en dus kwamen ze dan tijdelijk in het ziekenhuis logeren.
Je kunt het koalaziekenhuis gratis bezoeken en elke dag om 15u is er een rondleiding.
Neem van mij een tip aan: ga niet om 15u (tenzij het buiten vakantieperiode is en het keihard regent of zo). Er was gigantisch veel volk om 15u en de gidsende vrijwilligers waren zeker bekwaam, maar ze zeiden niets dat je niet zelf op de bordjes kon lezen.
Het koalaziekenhuis draait trouwens (bijna) uitsluitend op vrijwilligers en ze krijgen nul subsidie van de overheid. Behalve de CEO of zo kreeg niemand betaald. Nu waren er vrijwilligers die bijvoorbeeld een kleine joey in huis hadden om de papfles te geven en ik kan me voorstellen dat je het slechter kunt treffen, maar je zult maar als vrijwilliger om 3u 's nachts telefoon krijgen om een halfdode koala van de weg te gaan schrapen. Dat lijkt me nu minder interessant.
Dus kijk bijvoorbeeld naar hun website en dan kun je hen steunen door een koala te adopteren. En dan kun je het beestje nadien nog komen bezoeken ook.
Wij reden weer terug naar de Pacific Highway en die slingerde zich verder door eindeloze groene bossen. Eindbestemming was Crowdy Bay National Park en tot mijn grote ergernis zaten we na de snelweg al heel erg gauw terug op een onverharde hobbelweg. De GPS had niks gewaarschuwd, de parkbeschrijving had niks gewaarschuwd, maar wij moesten dus kilometers en kilometers hobbelen.
Onderweg zagen we weer de gevolgen van bosbranden. Sommige stukken van het park zagen er prima uit, andere waren triestig.
Op een gegeven moment moest Wouter met grof geweld een tak uit de velg van de auto sleuren, maar verder leek de wagen het gehobbel te overleven. Gelukkig maar, want wij hadden helemaal geen toestemming van de manager voor dit stuk! lol
Half zeeziek bereikten we dan onze natuurcamping, maar het was niet echt een natuurcamping. Het was er om te beginnen stikdruk EN ze hadden douches met warm water. Boe, het was gewoon voor watjes. :-)
We zaten in ieder geval net aan de zee, echt amper twintig meter of zo van het water.
Slapen met het geruis van de golven op de achtergond - het kan erger! :-D
Geen opmerkingen:
Een reactie posten